Iedereen kan zelf een laminaatvloer leggen! Het kliksysteem maakt het leggen van laminaat kinderspel. Neem de stappen hieronder door, dan heb je in een mum van tijd jouw nieuwe vloer gelegd.
Benodigd gereedschap
- Waterpas, richtlat, timmermanshaak
- Decoupeerzaag of laminaatsnijder
- Accuboormachine met forstner-boor
- Hamer
Dit mag niet ontbreken
- PE-folie/dampscherm
- Aluminium tape
- Decoupeerzaag of laminaatsnijder
- Ondervloer
- Overgangsprofiel
- Afstandswiggen
- Rozetten voor verwarmingsbuizen
- Laminaat
- Plintclips
- Plinten
- Plakplinten
En nu, aan de slag!
1. Laat het laminaat acclimatiseren
Laat het laminaat 48 uur liggen in de ruimte waar het komt te liggen. Hierdoor kan het materiaal acclimatiseren en de temperatuur het vochtigheid opnemen.
Laminaat kan in principe op iedere vlakke en stevige ondergrond gelegd worden. Oud tapijt en lijmresten moet je eerst volledig verwijderen.
2. Test de ondervloer
Voordat je begint met het leggen van het laminaat, controleer je of de vloer echt vlak is. Gebruik hiervoor een liniaal, waterpas of richtlat.
Het laminaat leg je op een stabiele, schone en vlakke ondergrond. Een hoogteverschil van maximaal drie millimeter per meter vloeroppervlak is aanvaardbaar.
3. Leggen van een PE-folie
Wanneer je de vloer op een dekvloer legt, kun je een PE-folie als vochtbescherming leggen. De folie laat je 20 cm overlappen en aan de randen 10 cm uitsteken. Plak de banen vast met een aluminium tape.
Op een houten ondervloer is geen folie nodig.
4. Leggen van een ondervloer
Voordat je aan de slag gaat met het leggen van het laminaat, leg je nog een ondervloer die kleine oneffenheden wegwerkt en, misschien nog belangrijker, zorgt voor contactgeluidsisolatie. Volg de specifieke instructies die op de door jou gekozen ondervloer van toepassing zijn. Veel ondervloeren bestaan ook uit een dampscherm, dit maakt de PE-folie overbodig.
5. Het leggen van de eerste laminaatdelen
Bij het leggen van de vloer kun je het beste beginnen in een hoek van de kamer, parallel aan het raam en van links naar rechts werken.
Laminaat wordt ‘zwevend’ gelegd, niet gelijmd. Laminaat heeft langs de muren een voeg nodig van 12 – 15 mm breed. Hier gebruik je de wiggen. Deze plaats je tussen de muur en het laminaat, zodat je het laminaat niet verschuift wanneer je met een volgende baan aan de slag gaat.
De laminaatdelen worden eenvoudigweg aan de lange zijde aan elkaar geklikt en vervolgens aan de smalle zijden.
6. Gebruik een laminaatsnijder
Natuurlijk kun je een decoupeerzaag gebruik bij het op maat maken van de laminaatdelen. Zaag het laminaatdeel dan van onderaf, dan versplinterd de toplaag niet. En gebruik een speciaal laminaatzaagblad. Met een speciale laminaatsnijder zorg je ervoor dat er geen stof en lawaai vrij komt tijdens het verwerken.
Het deel dan je van een plank afzaagt, gebruik je als eerste stuk in de volgende rij laminaat.
7. Het in elkaar klikken van het laminaat
Soms hebben de delen een beetje hulp nodig om in elkaar geklikt te worden, hier kun je dan een trekijzer of aanslagijzer en een slaghout gebruiken.
8. Uitsparingen zagen
Wanneer de verwarmingsbuizen uit de vloer steken, kun je uitsparingen in het laminaat zagen. Teken de afstand tussen het midden van de buis en de muur over op een afgezaagd eindstuk en markeer deze met een ononderbroken potloodlijn. Duw vervolgens de plank in zijn latere positie tegen de verwarmingsbuizen en teken de plek van de buizen over op de lijn.
9. Bedek de uitsparingen van de verwarmingsbuizen
Boor nu door de plank met een Forstner-boor. En zaag vervolgens de plank op de potloodlijn. Eerst leg je nu het grote deel neer en vervolgens het kleine passende stuk aan de muurzijde. Hier kun je waar nodig een beetje lijm gebruiken.
Dek vervolgens de verwarmingsbuizen af met rozetten.
10. Het verwijderen van de afstandswiggen
Wanneer je de laatste rij laminaat gelegd hebt, is het tijd om de afstandswiggen te verwijderen en de uitstekende folie of ondervloer af te snijden met een cuttermes.
11. Aanbrengen van plinten en plakplinten
Tenslotte hoef je alleen nog de plinten aan te brengen. Deze zijn verkrijgbaar in het decor van jouw nieuwe vloer.
De plintclips plaats je op de hoogte die past bij de hoogte van de door jou gekozen plinten en plaats je op een afstand van 40 tot 50 cm van elkaar. De plinten en plakplinten kun je op lengte zagen met een handzaag, decoupeerzaag of afkortzaag.